Collega’s trainen op anderen op te leiden

Stofferingsbedrijven zitten te springen om jonge, goed opgeleide vakmensen die het stokje van ervaren krachten kunnen overnemen. Het mbo levert echter nauwelijks leerlingstoffeerders af en brancheopleidingen zijn er niet. Dan leiden we ze zelf maar op, besloot Iedema Projectstoffeerders. Het resultaat is Vakman 2020, waarmee leerlingen én leermeesters in het mkb zich ontwikkelen tot trotse vakmensen met goede sociale vaardigheden. De opleidingsmethode is ook interessant voor andere bedrijven, denkt algemeen directeur Bart Lenting.

Bart, wat is er bijzonder aan Vakman 2020?
“Met deze methode bouwen we aan een leercultuur binnen onze bedrijven. Of een jongere goed wordt opgeleid, zou niet mogen afhangen van of hij toevallig die ene goede leermeester treft. Met Vakman 2020 brengen we al onze leermeesters soft skills bij: sociale vaardigheden waarmee we meer jongeren voor onze bedrijven kunnen behouden. Dit binnen een bedrijfscultuur waarin medewerkers trots zijn op wat ze doen en dat ook uitdragen.”

Waarom zijn jullie dit project begonnen?
“Stofferen is een ambacht waar niet veel jongeren voor kiezen: er zijn maar drie mbo-scholen waar het nog wordt onderwezen. Daarom hebben wij onze Iedema Academy, waar wij stoffeerders opleiden in de praktjik, naast een ervaren vakman. Maar dat gaat nog wel eens mis en de oorzaak ligt in onze cultuur. Onze mensen zijn doeners, geen praters. Je moet bij ons je plekje verdienen: een leerling moet het honderd procent goed doen, die wordt hetzelfde behandeld als iemand die hier al twintig jaar werkt. Dat is natuurlijk niet eerlijk. Je moet leerlingen even serieus nemen als ervaren collega’s, maar je moet ze wel bij de hand nemen.”

Welke stappen hebben jullie gezet toen jullie met Vakman 2020 gingen werken?
“We zijn eerst het hele bedrijf enthousiast gaan maken, onder het motto: trots op wat je doet! Daarvoor zijn we een dag met al onze stoffeerders op pad gegaan. In de fabriek van een leverancier hebben we ontwikkelingen in de branche met elkaar besproken. Parallel daaraan hebben we contact gezocht met het onderwijs, om stofferen weer op de agenda te krijgen en de instroom van nieuwe leerlingen weer op gang te krijgen. Vervolgens zijn we individuele gesprekken gaan voeren: met nieuwe leerlingen en met bestaande en potentiële leermeesters voor alle vestigingen van ons bedrijf. Die leermeesters hebben daarna technische scholing ontvangen van fabrikanten, opleidingssessies gevolgd bij SBB en vervolgens intervisiesessies gedaan onder begeleiding van Vitalevie.”

Intervisie voor leermeesters, werkt dat?
“Eerst waren mensen huiverig, maar na één sessie viel het kwartje. Met name de kritische mensen zeiden: ‘Het ligt ook wel een beetje aan mij dat het opleiden soms niet lekker gaat.’ Dat was mooi. Want ik kan het wel zeggen, maar het heeft pas effect als mensen er zelf mee komen.”

Wat heeft Vakman 2020 tot nu toe concreet opgeleverd?
“Er is ruimte voor leerlingen. Eerder moest ik soms pushen om een leerling geplaatst te krijgen. Nu bellen ze mij: joh, heb je nog een leerling voor me? We hebben nog niet alle doelen gehaald. Zo is het, vooral door corona, nog niet gelukt om op elke vestiging een leermeester te hebben die meerdere leerlingen tegelijk begeleidt. Dat zou opleiden financieel een stuk interessanter maken: als het begeleiden een-op-een gebeurt, verdient een leerling zich pas na anderhalf jaar terug. Wel zijn we inmiddels zo ver dat ik een leerling in een situatie met twee medior-stoffeerders waarvan een de leermeester is, ook met de andere medior-stoffeerder mee durf te sturen. Dat is winst.”

En verder?
“De contacten met het onderwijs zijn een mooie bijvangst. We werken bijvoorbeeld samen met Sterk Techniekonderwijs Zuidoost-Friesland. Daar zijn praktijkscholen, vmbo’s en mbo’s bij aangesloten. Samen zetten we stofferen weer op de agenda. Zo gaan wij in het vmbo als keuzevak praktijklessen stofferen geven.”

Welke nieuwe inzichten hebben jullie door dit project opgedaan?
“We zijn teruggekomen van het idee dat een leermeester per se een oudere stoffeerder moet zijn. We dachten onze oudere collega’s fysiek te ontlasten door ze een deel van de tijd kennis te laten overbrengen. Maar nu blijkt dat juist de groep tussen de vijfentwintig en vijfenveertig jaar een nieuwe uitdaging wil. Financieel is dat ook interessanter. Je stuurt een leerling en een begeleider samen op pad, maar omdat de leerling nog niet alles kan, moet de begeleider dat opvangen. Oudere stoffeerders kunnen dat er fysiek vaak niet meer bij hebben: het productieverlies wordt dan zo groot dat het financieel niet interessant meer is. Terwijl stoffeerders op medior-niveau het wél aankunnen om dat stapje extra te zetten.”

Waar loop je in de praktijk nog tegenaan?
“Dat de ene leerling meer aandacht nodig heeft dan de ander. Sommige jongens hebben het nodig dat de vestigingsmanager elke vrijdagmiddag even een kop koffie met ze gaat drinken. Het lastige is dat je zo’n leerling daarmee anders behandelt dan iemand die al twintig jaar in dienst is. Dat is wennen. Ik denk dat we die stap meer op maat en bewuster moeten zetten.”

Wat is de grootste succesfactor om een project als dit te laten slagen?
“Je hebt drie dingen nodig om met succes leerlingen op te leiden: een gemotiveerde leerling, liefst met twee rechterhanden; iemand die hem begeleidt; én een organisatie die daar volmondig achter staat.”

Leg dat laatste eens uit
“Een leermeester kan het niet alleen. Die moet omringd zijn door collega’s die ook trots zijn op hun vakmanschap en waarderen wat we met elkaar kunnen. Je wilt dat mensen op een verjaardag vertellen: ik werk als stoffeerder en dat is een prachtig vak.”

Voor wie zou deze manier van opleiden nog meer interessant kunnen zijn?
“Voor andere kleine beroepsgroepen – parketteurs, gietvloerbedrijven – die het opleiden nog niet gezamenlijk hebben geregeld. En sowieso voor alle bedrijven in de stofferingsbranche. Ze moeten wel over een zekere schaal beschikken. Iedema heeft een zodanige omvang dat wij altijd werk hebben voor een leerling. Maar kleinere bedrijven kunnen bijvoorbeeld een samenwerkingsverband aangaan en zeggen: wij nemen met zijn allen tien leeerlingen aan. Ook zouden we in de branche afspraken kunnen maken over collectief opleiden, zodat we leerlingen een baangarantie kunnen bieden. Iedema werkt daar graag aan mee, want opleiden doe je niet alleen voor jezelf, maar ook voor de branche. Kijk naar Ajax, daar leiden ze elk jaar een stuk of honderd voetballers op. Daarvan blijven er tien over, de rest schuift door naar andere clubs. Dat hoort erbij.”

Welke tips heb jij voor andere mkb-bedrijven die met opleiden willen starten?
“Let op de borging. Een wollig begrip, maar wel belangrijk. Je moet leerlingen structureel aandacht geven: de een elke vrijdagmiddag een bak koffie en een aai over zijn bol, de ander één keer per maand een kritisch gesprek. Ook maatwerk moet structuur hebben. Als je het niet plant, gebeurt het niet.”

Wat is de toekomst van Vakman 2020 in jullie bedrijf?
“Nu we op elke vestiging leermeesters hebben, durf ik bijna overal wel twee leerlingen neer te zetten. De wil om leerlingen te begeleiden moet niet van de directie komen, maar intrinsiek uit de collega’s. Door de leermeestercursus en de intervisiesessies hebben we op die weg een goede stap gezet. Maar we zijn er nog niet. We gaan dus gewoon door.”